Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo was de koning Uzzia melaats tot aan den dag zijns doods; en melaats zijnde, woonde hij [46]in een afgezonderd huis, want hij was van het huis des HEEREN [47]afgesneden; Jotham nu, zijn zoon, was over het huis des konings, [48]richtende het volk des lands. 46. Lev.13:46; Num.5:2, en Num.12:14. Zie wijders 2 Kon.15:5. 47. Dat is, hij werd verklaard onrein te zijn en alleen te moeten wonen, en niet in het voorhof des volks tot de algemene vergadering te mogen verschijnen; en dat naar de wet; Lev.13:46. 48. Dat is, regerende en recht doende. Zie 2 Kon.15:5.